Boekje over dodelijke schietpartij in de Dubbelebuurt

Hans Bleichrodt ontrafelt historische gebeurtenis

Op gepaste afstand van zijn ontvangers, heeft Hans Bleichrodt het volledige verhaal van de tijdens de Tweede Wereldoorlog, dodelijke schietpartij in de Dubbele Buurt, gepresenteerd. Dit voor Rijnsburg historische verhaal is opgetekend in een handzaam boekje. Het waren Jan Mooten, zoon van verzetsstrijder Jan Mooten en Fedde Jonkman, ereburger van Rijnsburg, die de eerste exemplaren mochten ontvangen.   

De uitreiking vond plaats voor het oorlogsmonument en in de nabijheid van het Museum van het Genootschap Oud Rijnsburg. De officiële handeling zou plaatsvinden bij de opening van de expositie ‘75 jaar Vrijheid’ die voor donderdag 2 april in het museum stond gepland. Echter door de overheidsmaatregelen omtrent de corona kon zowel de opening van de expositie als de overhandiging van het boekje (nog) niet plaatsvinden. Dus bedacht het Genootschap Oud Rijnsburg samen met de schrijver een moment om hier toch aandacht aan te besteden. ‘We zijn een klein museum’, licht Henk Westra, secretaris van het Genootschap toe. ‘en dan is het heel jammer dat je je plannen niet kan uitvoeren. Maar we willen onze leden wel graag laten weten dat onze activiteiten toch doorgaan en we er alles aan doen om zichtbaar te zijn.’

Onderduikers
Hans Bleichrodt is blij met de mogelijk. ‘Het is jammer dat we de expositie nog niet kunnen openen, maar de tijd is wel rijp voor deze belangrijke verhalen. Rijnsburg heeft zo’n grote rol gespeeld in het verzet, maar vooral ook bij het onderbrengen van onderduikers. Geweldig! Het verhaal is welbekend, maar ik heb het de afgelopen jaren tot in het detail nagezocht, verder ontrafeld en opgeschreven. Het gaat om een echt Rijnsburgs verhaal uit de Tweede Wereldoorlog. Het begint met de Rijnsburger die de twee Jodenjagers de verkeerde kant op stuurt. Dan gaat het verhaal verder en komt uit bij Johannes Post, landelijk leider van het verzet, die veel overvallen en aanslagen samen met zijn broers in Rijnsburg beraamde.
En dan over Piet van Egmond, een gewone Rijnsburger die voor meer dan 40 Joodse kinderen en volwassenen een onderduikadres zocht, heel vaak in Rijnsburg. Zo droeg iedereen in Rijnsburg zijn steentje bij in deze vreselijke oorlog. De mensen van toen waren helden, hebben gestreden, geleden en gezorgd voor onze toekomst.  Daarom mogen we trots zijn op de mensen die dit hebben gedaan. Deze mensen mogen we niet vergeten, vandaar dit verhaal.

Realiteit
Jan Mooten onderstreepte het verhaal. ‘Ik ben blij dat deze geschiedenis staat opgetekend en iedereen het kan lezen. Het is meer dan een super spannend jongensboek, het is realiteit. Een klein beetje ervan is wellicht voelbaar in deze rare tijd. Maar het is belangrijk dat we de mensen die voor onze vrijheid hebben gestreden, blijven eren en de jongelui van nu meegeven waar ze voor moeten waken. Ik ben heel trots op dit boekje.” Ook Fedde Jonkman, die wellicht in een later stadium nog een opening voor de boeg heeft, sloot zich daarbij aan. Overigens hoorde ook Nicolaas Bleichrodt, de vader van Hans Bleichrodt, tot het verzet.

 

Het boekje telt 24 pagina’s, waaronder het verhaal en diverse foto’s. Sommige foto’s konden vanwege de kwaliteit niet groot worden afgedrukt. Omdat het museum is gesloten, is het boekje vanaf nu te koop bij De Read Shop Rijnsburg in de Hoftuin voor € 3,00.

 

Een passage uit het boekje.

‘Het is donderdag 20 januari 1944. Een koude sombere dag. Twee mensen lopen hand in hand het politie bureau aan de van Zonneveldstraat in Leiden uit. Ze zijn net vrij gelaten door de Duitse SS. Het zijn Jan Mooten en zijn verloofde Gré de Mooij. Met een bezorgde blik kijkt ze naar Jan. Gaat het een beetje vraagt ze, heb je erg veel pijn. Jan knikt, ja hoor het gaat wel. Toen Jan en Gré beiden het politie bureau waren uitgezet, had ze Jan in eerste instantie niet eens herkend, zo was hij toegetakeld. Hij was dagen en nachten verhoord door een Nederlandse SS’er. Hij had hem geschopt, geslagen en vernederd, maar de Duitsers waren niets te weten gekomen van wat er een paar dagen ervoor in Rijnsburg was gebeurd.’